Jagersvereniging die in de jaren ’40 en ’50 van de negentiende eeuw met valken de jacht op reigers bij paleis Het Loo beoefende. Verschillende Oranjes waren actief betrokken bij de Royal Loo Hawking Club.
Begin negentiende eeuw was aan de continentale hoven de zogenaamde ‘hoge vlucht’ op de reiger ten einde gekomen. Bij de hoge vlucht werden reigers in de lucht aangevallen door valken. In 1837 benaderde een aantal Engelse en Franse edelen koning Willem I met het verzoek om op Het Loo weer met valken op reigers te mogen jagen. De koning stemde toe en in 1839 werd een jagersvereniging opgericht die bekend werd onder de naam Royal Loo Hawking Club. Willem I werd beschermheer van de vereniging. Ook zijn opvolgers Willem II en Willem III namen achtereenvolgens deze functie op zich.
Met name de latere koning Willem III en zijn broer Alexander waren in de jaren ’40 actieve deelnemers. De laatste was van 1840 tot zijn dood in 1848 voorzitter van de jagersvereniging. De inperking van de wijdheid van het gebied en het gebrekkig nakomen van contributieverplichtingen door de leden leidden uiteindelijk tot de opheffing van de Royal Loo Hawking Club in 1855. Daarmee was de hoge vlucht op het vasteland van Europa definitief ten einde. Door de introductie van nieuwe wapens zou vanaf dat moment de drijf- en drukjacht op klein- en grofwild de boventoon gaan voeren. Zie ook jacht.