Gepubliceerd op 29-06-2020

contraseign

betekenis & definitie

Letterlijk ‘tegenzegel’ (contra = tegen, signum = zegel). In het staatsrecht betekent de medeondertekening of het contraseign door een minister of staatssecretaris van Koninklijke Besluiten, dat de contrasignerende minister of staatssecretaris de strafrechtelijke en politieke verantwoordelijkheid op zich neemt voor die besluiten.

Bij de invoering van de strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid in 1840 werd tevens het contraseign ingevoerd. Daarmee werden de ministers het ambt van staatssecretaris bestond toen nog niet medebesluitende ambten in plaats van dienaren en adviseurs van de Koning. Vóór de invoering van het contraseign konden de ministers zich in geval van een eventuele aansprakelijkstelling beroepen op het bevel van de op zijn beurt onschendbare Koning. Sinds 1840 is dat uitgesloten. Artikel 47 van de Grondwet handelt over het contraseign. Het bepaalt dat alle wetten en Koninklijke Besluiten door de Koning en een of meer ministers of staatssecretarissen worden ondertekend. Inzake de wetten is de bepaling minder juist, daar de Koning en de ministers niet wetten ondertekenen, maar door de Staten-Generaal aangenomen wetsvoorstellen bekrachtigen door middel van een Koninklijk Besluit.Dit besluit wordt door de Koning en een of meer bewindslieden ondertekend. Contrasignering kan door één, meerdere en alle bewindslieden geschieden. Medeondertekening door alle bewindslieden komt weinig voor. Een voorbeeld van ondertekening door alle ministers biedt het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. In enkele gevallen verlangt de Grondwet uitdrukkelijk medeondertekening door de minister-president. Het gaat hier om het Koninklijk Besluit tot de benoeming van de minister-president en de benoeming en het ontslag van de overige ministers en staatssecretarissen.

Enkele staatsrechtelijk relevante besluiten van de Koning worden niet gecontrasigneerd. Het betreft hier het besluit tot afstand van het koningschap en het besluit waarbij een formateur of informateur wordt aangewezen. De zogeheten Koninklijke boodschap, waarbij wetsvoorstellen bij de Tweede Kamer worden ingediend, draagt slechts de handtekening van de Koning, hoewel hier sprake is van een regeringshandeling en men dus een ministerieel contraseign zou verwachten. Als zodanig is echter te beschouwen de ondertekening door een of meer bewindslieden van de bij het wetsvoorstel behorende memorie van toelichting. Het contraseign is geen typisch Nederlands verschijnsel. Het komt in alle Europese monarchieën waarin de Koning medebesluit voor. Overigens worden in staten met een president als staatshoofd ook diens besluiten meestal gecontrasigneerd door een of meer ministers.

Besluiten van de Koning inzake zijn ‘Huis’ (hofhouding) zijn geen Koninklijke Besluiten in staatsrechtelijke zin en worden dus niet gecontrasigneerd. Men noemt deze besluiten koninklijke beschikkingen of hofbesluiten. Ook de besluiten tot verlening van het predikaat ‘koninklijk’ of Bij koninklijke beschikking hofleverancier’ worden niet gecontrasigneerd.

Zie ook ministeriële verantwoordelijkheid.

< >