Zaterdag 29 juni 1940, de verjaardag van prins Bernhard, was de eerste verjaardag van een lid van het Koninklijk Huis tijdens de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Aan deze dag was in voorgaande jaren weinig aandacht besteed.
De Duitse bezetter verwachtte daarom dat het in 1940 niet anders zou zijn.Veel Nederlanders grepen de prinselijke verjaardag echter aan om hun ongenoegen over de Duitse bezetting tot uiting te brengen. Op vele plaatsen staken mensen de vlag uit en op straat vertoonde menigeen zich met een oranje kokarde. Ook staken velen een witte anjer in hun knoopsgat, aangezien prins Bernhard altijd een anjer droeg. Aan dit verschijnsel dankte deze openlijke daad van protest tegen de bezetter ook zijn naam: Anjerdag. Een medewerker van het koninklijk staldepartement plaatste op het bordes van paleis Noordeinde in de vroege ochtend een melkkan met anjers. Vervolgens legden Hagenaars voor het ruiterstandbeeld van Willem van Oranje voor het paleis boeketten bloemen neer.
Ook lag in het paleis, zoals gebruikelijk bij verjaardagen en feestelijke gebeurtenissen, een felicitatieregister. De toeloop bij het paleis groeide uit tot een demonstratie. De Duitsers haalden daarom het felicitatieregister weg en met behulp van de Ordnungspolizei werd het plein voor het paleis vervolgens ontruimd. Voor de Duitsers was de belangrijkste conclusie die ze uit deze dag konden trekken dat de Nederlandse bevolking weigerde zich voetstoots te schikken in de bezetting. Betuigingen van aanhankelijkheid aan het koningshuis en het dragen van oranje werden vanaf dit moment door de bezetter verboden.
Zie ook Tweede Wereldoorlog.