mobilisatie van de afzonderlijke krachten om een moeilijkheid te overwinnen. De inspanning die men zich getroost, hangt af van de eisen die de situatie stelt, van de aanwezige middelen (spierkracht, geestkracht) en van iemands → motivatie (wedijver, hartstocht enz.).
Zij kan van motorische aard zijn wanneer een fysieke weerstand overwonnen moet worden, van verstandelijke aard wanneer er sprake is van → concentratie, of van morele aard wanneer strijd geleverd moet worden tegen een schadelijke neiging (bijv. alcoholisme). Van vermoeidheid is slechts sprake bij een zodanig energieverbruik dat men de reserves waarover het organisme beschikt, moet aanspreken.