De plaatselijk waterrijke veenpolder waarin het verstedelijkte Wormer en landelijk gebleven Jisp zijn gelegen. Bij het oostelijk uiteinde van de polder ligt de kleine nederzetting Nek langs de rand ervan. De benaming Nek houdt verband met de ligging van het plaatsje op de voormalige landengte tussen de Beemster en Wijde Wormer.
De tamelijk uitgestrekte polder kenmerkt zich door de voor het venig polderland karakteristieke, vanuit lintdorpen gerealiseerde natte repenverkaveling. De waterrijkdom houdt verband met oeverafslag en het wegbaggeren van veen uit sloten.
Langs de westrand van de polder loopt de Zaan, terwijl hij overigens grotendeels door de ringvaarten van enkele droogmakerijen wordt gemarkeerd.
Buiten de bebouwde kommen werden er nauwelijks wegen door de polder aangelegd. Een groot deel van de polder is ook bekend als het Wormer- en Jisperveld.