Lexicon van de Nederlandse Landstreken

dr. H.A. Visscher (2002)

Gepubliceerd op 24-02-2017

Kamper Eiland

betekenis & definitie

Een groot deel van het delta-achtige gebied bij de monding van de Gelderse IJssel. De ondiepe ondergrond bestaat er voornamelijk uit de afzettingen van deze rivier. Hierover is later echter door de voormalige Zuiderzee een landinwaarts dunner wordende kleilaag gesedimenteerd, die tot ruim een meter dik is.

Het gebied van de IJsselmonding wordt als de enige typische delta van ons land beschouwd. Enigszins vergelijkbaar is wel de afzetting die vanuit de Merwede in de Biesbosch werd gevormd.
In 1364 werden de op- en aanwassen van de IJsseldelta door de Bisschop van Utrecht aan de nabijgelegen stad Kampen geschonken. Daarbij kreeg de stad ook het recht natuurlijke uitbreidingen van de delta in bezit te nemen. In ruil voor een en ander ontving de bisschop de rechten, die de stad had op het destijds nog onontgonnen, venige Mastenbroek.
Tengevolge van de aanslibbing groeiden de oorspronkelijk nog geen 400 ha beslaande op- en aanwassen in de loop der eeuwen geleidelijk uit tot een aaneengesloten gebied van ongeveer tienduizend hectare. Hierin bleven tenslotte nog slechts enige geulen over. Tot deze behoort het Keteldiep. Het noordelijk van deze geul gelegen deel van de IJsseldelta is bekend onder de naam Kamper Eiland, terwijl het deel ten zuiden ervan de naam Haatland draagt.
Op het als cultuurland te gebruiken deel van de IJsseldelta stichtte de stad Kampen agrarische bedrijven, die werden verpacht. Bij de ingebruikneming van deltagronden zouden allerlei natuurlijke elementen als geulen de perceelscheidingen gaan vormen en dus een tamelijk onregelmatig verkavelingspatroon ontstaan.
Doordat men het cultuurland van de IJsseldelta niet door hoge dijken omgaf, is het tot de afsluiting van de Zuiderzee herhaaldelijk overstroomd. Men bleef hier de boerderijen dan ook op terpen bouwen. Vanaf 1953 vond er in het gebied van de IJsselmonding een ruilverkaveling plaats. Het karakter van het cultuurlandschap is daarbij min of meer gehandhaafd, al zijn wel een aantal nieuwe boerderijen gebouwd.
Een toenemende verzanding van de IJsselmonding werd in de negentiende eeuw beantwoord met ingrijpende waterstaatkundige maatregelen. Daarbij is onder meer langs de oevers van de voornaamste IJsselmonding, het Keteldiep, een leidam gebouwd en later tot ver in de vroegere Zuiderzee verlengd. Aldus werd het IJsselwater namelijk gedwongen tot een zodanige stroomsnelheid, dat sedimentatie in de riviermonding niet goed meer mogelijk was.
Landinwaarts van het Kamper Eiland is de dijk langs de polder Mastenbroek herhaaldelijk doorgebroken. Aan de daarbij opgetreden inundaties herinneren verscheidene toen uitgekolkte en -geschuurde waterplassen en daaromheen door het overstromingswater gevormde afzettingen.

< >