Tjongercultuur, archeologische cultuur uit het Laat-Paleolithicum (→ Paleolithicum), waarschijnlijk te dateren in het twaalfde en het begin van het elfde millennium v.Chr. De cultuur is vernoemd naar het Friese riviertje de Tjonger.
De Tjongercultuur is een deel van het zogenoemde Federmessercomplex (/-groep), dat zijn naam ontleent aan een op een pennemes gelijkende vuurstenen spits, gebruikt als pijlpunt of mes, met een gebogen, bewerkte rug. De term Federmessercomplex wordt overigens ook wel als synoniem van de Tjongercultuur gebruikt. Verondersteld wordt dat de jacht op standwild, zoals elanden, edelherten en reeën, een belangrijke bijdrage in de voedselvoorziening leverde. Deze cultuur kent een algemene verspreiding in Nederland en België. Een variant van de Tjongercultuur zou de Creswellcultuur zijn, hoewel de laatste eerder als een aparte archeologische cultuur is te beschouwen