Provo, jongerenbeweging, met name in Amsterdam (1965-1967).
De term provo, geïntroduceerd door de socioloog W. Buikhuisen, is afgeleid van `provocatie'. Dat karakteriseerde de protesthouding van de provo's, die zich afzetten tegen de gevestigde orde, de consumptiemaatschappij en iedere vorm van gezag. Geestelijk vader van de Amsterdamse provo's was Robert Jasper Grootveld, die als `antirookmagiër' op het Spui happenings organiseerde rond het standbeeld Het Lieverdje, dat als geschenk van een sigarettenfabrikant symbool werd van de `Verslaafde Konsument'. De climax in de confrontaties tussen provo's en politie kwam in maart 1966 in Amsterdam bij de ongeregeldheden rond het huwelijk van prinses → Beatrix en → Claus von Amsberg. De door het optreden van de provo's ontstane spanning was ook een belangrijke factor bij het uitbreken van de onlusten in de zomer van hetzelfde jaar. Aanvankelijk had de provobeweging geen politieke ideeën. Die kwamen in 1965 toen het eerste nummer van het blad Provo, onder leiding van Roel van → Duyn, verscheen. Bekend werden de zogenaamde witte plannen: het witte-fietsenplan tegen het autoverkeer, het witte-wijvenplan tegen de gevestigde seksuele moraal en het witte-schoorstenenplan tegen de luchtvervuiling. Toen men aan het verschijnsel Provo gewend raakte, hief de beweging zich op (1967). De → Kabouters kunnen als voortzetting van de provobeweging worden beschouwd.