Patriotten, belgië Verzamelnaam voor de opstandelingen tijdens de → Brabantse Omwenteling tegen Jozef II.
nederland Politieke beweging in de 18e eeuw, die als doel had de gegoede burgerij naast haar economische invloed politieke macht te geven door bestrijding van de stadhouder en de regentenoligarchie. De scheldnaam was Kezen, ontleend aan de voornaam van Cornelis (Kees) de Gijselaar, een bekende patriot.
De democraten (stedelijke burgerij) hadden in de jaren 1747 en 1748 weinig succes gehad (→ Doelisten), maar hun streven naar regeringsinvloed was niet bedwongen. Tijdens de regentschappen van Anna van Hannover en → Maria Louise van Hessen-Kassel, de voogdij van Brunswijk-Wolfenbüttel en ten slotte de regering van stadhouder Willem V werd de nieuwe ontwikkeling niet op waarde geschat. Bovendien kwamen daarbij de denkbeelden van de → Verlichting en het rationalisme. Een en ander bracht de democratische regenten (de voorstanders van hervorming) tot samenwerking met de democratische burgers. Bij hen voegden zich de → dissenters, die zich begonnen te verzetten tegen de macht van de Hervormde Kerk. Uit deze drie groepen vormden zich de patriotten. Overigens was de haat tegen de stadhouder het enige dat democratische regenten en burgerdemocraten verenigde. Voor de rest dachten de eersten aan herstel van de regentenmacht, terwijl de burgerdemocraten juist naar vermindering van deze macht streefden.
Tegenover de patriotten vormde zich de Oranjepartij uit de prinsgezinden (→ stadhouderlijke partij) en het overgebleven deel van de → staatsgezinden, namelijk de conservatieve (aristocratische) regenten. De samenwerking tussen de patriotten kwam tot stand tijdens de Vierde → Engelse Oorlog. De regenten Van Berckel, De Gijselaar en Zeeburg stelden zich toen in verbinding met democraten als Van de → Capellen tot den Pol. De laatste had in zijn pamflet Aan het Volk van Nederland op volksbewapening aangedrongen. De patriotten brachten dit in praktijk; overal richtten zij → exercitiegenootschappen op. Deze vrijkorpsen verenigden zich tot een Landelijke Bond met Utrecht als centrum. Leiders waren Pieter Vreede en Wijbo → Fijnje. Deze laatste had ook een groot aandeel in de opstelling van het Leids program (1785), waarin werd aangedrongen op deelneming van de gegoede burgerij aan de regering. Door de gebeurtenissen in Gelderland en Utrecht in 1786 zagen de democratische regenten (aristocratische patriotten) dat de democratische patriotten niet alleen de stadhouder wilden afzetten, maar ook de staatsinrichting wilden herzien. Daarop scheidden zij zich af. Deze verzwakking en de restauratie van stadhouder Willem V in 1787 met behulp van Pruisische troepen (→ Goejanverwellesluis) deden de patriottische beweging ineenstorten. Vele patriotten weken uit naar de Zuidelijke Nederlanden en naar Frankrijk. Zij keerden in 1795 met de Fransen terug. Zij en hun navolgers speelden een rol in de vestiging van de → Bataafse Republiek. Volgens 19e-eeuwse geschiedschrijvers waren de patriotten handlangers of ledepoppen van buitenlandse mogendheden, vooral van Frankrijk. In de 20e eeuw worden zij veel meer gezien als voorlopers van het politieke liberalisme. Het is niet juist hen als landverraders te beschouwen.