Lijnwaadcontracten, (geheime) overeenkomsten tussen de Nederlandse regering en de → Nederlandse Handel-Maatschappij over de invoer van textielprodukten in Nederlands-Indië (1835-1854). In 1835 verplichtte de nhm zich de opbrengsten van de ingevoerde lijnwaden in de Rijkskas in Nederlands-Indië te storten, waarvoor zij produkten in consignatie kreeg (→ consignatiestelsel).
De nhm kreeg van de regering een waarborg tegen verliezen op goederen die naar Nederland werden geëxporteerd. Voordien waren volgens een regeling van 1819 Nederlandse textielprodukten vrij van invoerrechten; op buitenlandse stoffen moest daarentegen vijfentwintig tot dertig procent van de waarde worden betaald. Deze situatie bleef gehandhaafd ondanks het → Sumatratraktaat tussen Engeland en Nederland (1824), waarin een andere regeling van invoerrechten was vastgelegd. Onder Engelse druk moest Nederland echter ten slotte overgaan tot naleving van het traktaat. Na 1836 moest op Nederlands textiel twaalfeneenhalf procent en op Engels textiel vijfentwintig procent invoerrechten worden betaald, een halvering van de bescherming. Om dit nadeel voor de nhm op te heffen werden de lijnwaadcontracten gesloten, volgens welke de regering de betaalde invoerrecht in het geheim teruggaf aan de nhm. Hierdoor werd de afzet van de Twentse textielnijverheid naar Nederlands-Indië gestimuleerd. Bij contract van 1843 verdween deze clandestiene bescherming. Een nieuwe regeling in 1849 tussen de nhm en de Nederlandse regering, zonder waarborg tegen verlies, liep in 1854 af.