Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (knil), tot 1830 als Indische strijdmacht, met gedeeltelijk ter plaatse aangeworven personeel, een onderdeel van het Nederlandse leger; bij kb van 10.3.1832 verheven tot zelfstandig leger. In 1830 telde het knil 603 Europese en 37 inheemse officieren en verder 12 905 onderofficieren en manschappen, waarvan 5700 Europeanen.
In mei 1940 bedroeg de sterkte 3200 officieren en 73 000 onderofficieren en manschappen, waarvan ongeveer de helft beroepspersoneel was. Bekend uit de geschiedenis van het knil zijn de Lombok-expeditie van 1894 en de Atjeh-expedities (1873-1877). Tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht het tegen de Japanners. Op 26.7.1950 werd het knil ontbonden.
