Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Gruuthuse

betekenis & definitie

Gruuthuse (Gruythuyse), heren van, adellijke familie uit Brugge, die het gruutrecht bezat. Het gruutrecht was het monopolie op de verkoop van gruut, waarmee het bier op smaak werd gebracht.

Later werd hiervoor hop in plaats van gruut gebruikt. De familie speelde een belangrijke politieke rol in middeleeuws Vlaanderen. De heren van Gruuthuse lieten een kostbare bibliotheek na; hun hof in Brugge wordt tegenwoordig gebruikt als museum. Een bekend vertegenwoordiger van deze familie is:

Lodewijk van Gruuthuse, +24.11.1492; hoge ambtenaar ten tijde van → Filips de Goede, stadhouder van Holland en Zeeland (1462-1477), raadgever van → Maria van Bourgondië tijdens de crisis van 1477. Hij kwam in opstand tegen → Maximiliaan I (1482).

< >