Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Grietman

betekenis & definitie

Grietman [Fries greta, groeten, aanklagen], vanaf de 13e eeuw het hoofd van de → grietenij. De grietman oefende bestuur en rechtspraak uit in zijn district; het ambt werd bij toerbeurt bediend.

In de Groninger Ommelanden waren dat de bezitters van de heerden (hofsteden) en in Friesland de eigenaars van bepaalde hoeven, de riuchtferende (rechtvoerende) staten. Vanaf 1498 werd de grietman een ambtenaar van de landsheer; ook door hem aangesteld. Tijdens de Noordnederlandse Republiek werd de grietman benoemd door stadhouder en → Gewestelijke Staten. Bij Soeverein Besluit van 9.3.1815 werd het oude grietmansambt in ere hersteld. De grietman kreeg voor het bestuur van de grietenij een grietenijraad naast zich, maar rechtspraak en bestuur bleven gescheiden. In de Gemeentewet van 1851 werd de benaming grietman veranderd in burgemeester.

< >