Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Biesheuvel

betekenis & definitie

Biesheuvel, Barend Willem, Nederlands politicus, *5.4.1920 Haarlemmerliede. Biesheuvel studeerde rechten.

Hij werd algemeen secretaris, later voorzitter van de Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond. Van 1956-1963 was hij lid van de Tweede Kamer voor de arp en had zitting in het → Europees Parlement. In 1963 werd hij in het kabinet-Marijnen minister van Landbouw en Visserij. Op 15.4.1965 werd Biesheuvel vice-premier en minister van Landbouw en Visserij in het kabinet-Cals en vervolgens tweede vice-premier en minister van Landbouw en Visserij in het interimkabinet-Zijlstra (22.11.1966). Een formatieopdracht na de verkiezingen voor de Tweede Kamer (15.2.1967) slaagde niet. Daarna werd hij fractievoorzitter van de arp in de Tweede Kamer en van 6.7.1971-11.5.1973 was hij premier. Vanaf 20.7.1972 was Biesheuvel minister-president van een rompkabinet, nadat de ministers → Drees jr. en De Brauw van → ds'70 uittraden, omdat zij een extra bezuiniging van vierhonderd miljoen gulden niet voor hun rekening wilden nemen. Biesheuvel legde op 6.3.1973 het voorzitterschap van de arp-fractie neer, nadat hij een afwijzend oordeel over het kabinet-Den Uyl had gegeven. Hij verliet de politiek toen de arp het kabinet-Den Uyl steunde. Sindsdien was hij werkzaam in het bedrijfsleven; in 1974 weigerde hij de post van Commissaris der Koningin in Zeeland.

< >