Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Beaufort

betekenis & definitie

Beaufort, Willem Hendrik de, Nederlands politicus en historicus, *19.3.1845 Leusden, +2.4.1918 's-Gravenhage.

De Beaufort studeerde rechten in Utrecht, waar hij in 1868 promoveerde op De verhouding van den staat tot de verschillende kerkgenootschappen in de Republiek der Vereenigde Nederlanden 1581-1795. Na een reis door Europa en Noord-Afrika vestigde hij zich als advocaat in Amsterdam en wijdde zich van 1873-1877 geheel aan de studie van de geschiedenis. Hij werd in 1877 als liberaal in de Tweede Kamer gekozen; van 1897-1901 was hij minister van Buitenlandse Zaken. Als redactielid van De Gids (1876-1894) en ook daarna schreef De Beaufort in dit blad artikelen over onder andere de buitenlandse politiek. Daarnaast schreef hij een aantal boeken: Geschiedkundige opstellen (twee delen, 1892); Staatkundige opstellen (1904); Nieuwe geschiedkundige opstellen (1911) en een deel van de (samen met P.L. Muller en C.H.T. Bussemaker geschreven) Geschiedenis van onzen tijd sinds 1848.

< >