(1897-1962) Amerikaans schrijver. Hij debuteerde met de dichtbundel The marble faun 1924, maar schreef verder voornamelijk romans, die zich veelal in het Zuiden afspelen.
Hoofdthema is vaak de verhouding tussen sociale orde en natuurlijke chaos; oude tradities gaan ten onder aan verderfelijke invloeden van binnenuit, zoals slavernij, hebzucht en landhonger. Opvallend is het vaak wisselende vertelperspectief. In een aantal romans w.o. Sartoris 1929 (De familie Sartoris), heeft hij een unieke fantasiewereld gecreëerd: Yoknapatawpha County. Ander werk o.a. Soldier's pay 1926, The sound and the fury 1929 (Het geraas en gebral). As 1 lay dying 1930 (Uitvaart in Mississippi), Sanctuary 1931 (Grijze zomer = Het gangstermeisje Tempel Drake), Light in August 1932 (Geboorte in augustus = Licht in augustus), Absalom, Absalom 1936 (Absalom, Absalom!) Go down. Moses 1942 (Het oude volk; verhalen), Requiem for a nun 1951. The mansion 1959 en Essays, speeches and public letters 1965. F. ontving in 1949 de Nobelprijs voor letterkunde.