(1909-1943) Frans schrijfster, studeerde filosofie en werd lerares, maar uit solidariteit met de zwakken was ze ook enige tijd werkzaam in een fabriek. Ze publiceerde artikelen in linkse tijdschriften als 'Critique sociale' en 'Cahiers du Sud’.
Tijdens WO II werkte W. te Londen in dienst van het Vrije Frankrijk, ze overleed als gevolg van een longkwaal door haar ascetische leefwijze. Haar pas na haar overlijden gepubliceerde werk is van mystieke, filosofische en politieke aard, waarbij ze in religieus opzicht (ze was van joodse afkomst, echter agnostisch opgevoed) het roomskatholicisme dicht benaderde. Centraal staan haar betrokkenheid met de misdeelden en het zoeken naar waarheid. Ze schreef o.a. La pesanteur et ia grâce 1947 (Zwaartekracht en genade). Attente de Dieu 1950 (Wachten op God), Lettre à un religieux 1951, La source grecque 1955, Pour ia science 1964 (essay), Venise sauvée 1965 (toneel) en Ecrits de Londres 1967.
