(1889-1960) Frans dichter, verkeerde in Parijs in artistieke kringen (Picasso, Max Jakob, Apollinaire). Hij debuteerde in 1915 met Poèmes en prose, en werd, aanvankelijk beinvloed door het kubisme, o.a. door André Breton beschouwd als de grote voorloper van het surrealisme.
In 1926 trok hij zich terug uit Parijs en vestigde hij zich nabij de abdij van Solesmes. De bundel Plupart du temps 1945 is een verzameling gedichten uit de periode 1915-'22. De gedichten in Main d'oeuvre 1949 zijn een afspiegeling van de tweede periode in zijn leven. Andere bundels o.a. Les jockeys camouflés 1918, Coeur de chèvre 1921 en Ferraille 1937. Experimentele romans: Le voleur de Talan 1917 en La peau de l’homme 1926. Voorts; essays.