(geb. 1933) Amerikaans schrijver en docent Engelse literatuur. Zijn romans beelden doorgaans het leven van de joodse middenstand in New York uit; de leden ervan komen in conflict met het joodse particularisme en de 'American way of life'.
Dit geldt sterk voor zijn debuut, Goodbye Columbus 1959 (Vaarwel, Columbus; bekroond), dat bestaat uit een novelle en vijf verhalen. Veel succes oogstte hij met Portnoy's complaint 1969 (Portnoy's klacht), waarin de hoofdpersoon zich verstikt voelt door het joodse burgerlijke milieu waaruit hij voortkomt. Deze roman bevat vele karikaturale passages en zwarte humor. Ander werk o.a. Letting go 1962 (Laat maar gaan), When she was good 1967 (Een braaf meisje), Our gang 1971 (Tricky Dixon en zijn vrienden; satire op president Nixon), My Hfe as a man 1974 (Mijn leven als man), The professor of desire 1977 (Professor in de begeerte), en de trilogie The ghost writer 1979 (De ghostwriter), Zuckerman unbound 1981 (De eenzaamheid van Zuckerman) en The anatomy lesson 1984 (Les in anatomie).
