(geb. 1918) Engels schrijfster, woonde jaren in Afrika en Italië, was journaliste en hoofdredactrice van 'The poetry review'. Haar debuut bestond uit de poëziebundel The fanfado 1952.
Daarna schreef ze, na een prijsvraag gewonnen te hebben, The comforters 1957, over haar overgang naar het r.k. geloof. Zeer bekend werd Memento mori 1959 (Memento Mori), waarin een groep oude mensen voortdurend telefonisch voor de dood wordt gewaarschuwd. Ook in andere werken schrijft ze over obsessie, communicatieproblemen en angst. Verder verscheen o.a. Robinson 1958, The go-away bird and other stories 1958, The prime of Miss Jean Brodie 1961 (Juffrouw Brodies beste jaren; ook voor toneel bewerkt), The Mandeibaum Gate 1965, (De mandelbaumpoort), Not to disturb 1971 (Niet storen!), The Abbess of Crewe 1974 (De abdis van Crewe), The take-over 1976, TerritoriaI rights 1979 (Territoriale rechten). Loitering with intent 1961 (Boos opzet). Bang-bang you're dead 1982 (verhalen) en The only problem 1964. Voorts: meer gedichten en toneelwerk.