(geb. 1931) Deens dichter en schrijver, studeerde letteren. Hij was filmregisseur en medewerker van het dagblad 'Politiken'.
Hij is een sterk geëngageerd schrijver en speelt graag in op de actualiteit. Zijn psychologisch-realistische romans bevatten sterke satirische trekken. In zijn poëzie staat de werkelijkheid, met name zijn jeugd, centraal; het camoufleren en confronteren gaan in elkaar over (vgl. de titels Camouflage 1961, een associatief gedicht, en Konfrontation 1960, een bundel). Ook zijn toneelwerk heeft een satirische inslag. Werk: poëzie o.a. Under vejr med mig selv 1956, Amagerdigte 1965, Mytologi 1970, Scener fra det daglige 1973, Livsfrisen 1979 en Landet Atlantis 1982; romans o.a. Den kroniske unskyld 1958 (De chronische onschuld), Operaelskeren 1966 (De operaminnaar), Anna Ijeg) Anna 1969 (Anna (ik) Anna), Brevet til Gerda 1972, Twist 1976, Joker 1979, Det sorte hul 1980, Dejlige Aber 1981 en Dobbeltgaenger 1981. Voorts: radio- en tv-spelen, revues en filmscenario's.