(1894-1939) Duitstalig schrijver van joodse afkomst, studeerde filosofie in Wenen. Na WO I was hij werkzaam als journalist, o.m. bij de 'Frankfurter Zeitung', voor welk blad hij in 1926 een studiereis naar Rusland maakte.
In 1933 verliet hij Duitsland en leidde een zwervend bestaan, zich vooral in grote steden ophoudend. R.'s eerste roman, Das Spinnennetz, verscheen in 1923 als feuilleton in de Weense 'Arbeiterzeitung' (als boek in 1967). Deze geeft evenals zijn volgende romans. Hotel Savoy 1924 en Die Rebellion 1924, blijk van een sterk socialistisch engagement, dat echter luwde na zijn reis naar Rusland. Daarna beschreef hij vooral zijn geboortestreek en de ondergang van de Donaumonarchie, zoals blijkt uit Radetzkymarsch 1932 (Radetsky Mars), met als vervolg Die Kapuzinergruft 1938, Die Büste des Kaisers 1934 en Die Geschichte von der 1002. Nacht 1939 (De geschiedenis van de 1002e nacht). Naast knappe novellen als Beichte eines Mörders, erzählt in einer Nacht 1936 (Biecht van een moordenaar, in één nacht verteld) en Die Legende vom heiligen Trinker 1939 (De legende van de Heilige Drinker) schreef R. ook essays in Juden auf Wanderschaft 1927 en Panoptikum 1930. Hij stierf aan de gevolgen van zijn alcoholisme.
