(1817-1893) Spaans dichter en toneelschrijver, studeerde rechten, woonde van 1850-'66 wegens een conflict met zijn vader buiten Spanje. Hij schreef in vloeiende rijmen gestelde romantische lyriek alsmede balladen en legenden in de stijl der Spaanse Gouden Eeuw; deze werden gebundeld in Cantos del trovador 1840-'41 (3 dln.).
Ook in zijn toneelwerk greep hij terug op oude vormen, bijv. in de comedias de capa y espada Mäs vale llegar a tiempo que rendar un ano en Cada cual con su razón. In dit genre schreef hij ook Don Jüan Tenorio; drama religioso fantästico en dos partes 1844, dat in Spanje nog altijd op Allerzielen wordt opgevoerd. Ander toneelwerk is El pufial del Godo 1843 en Traidor, inconfeso y märtir 1849, dat een rechtszaak uit 1595 tot onderwerp heeft.