(1933-1967) Engels toneelschrijver van vulgaire zedenkomedies, doorgaans gekarakteriseerd als 'black comedies'. Hij vond de mens onverbeterlijk slecht maar onweerstaanbaar grappig, en vanuit deze visie schreef hij een aantal stukken die hun invloed op het moderne toneel niet hebben gemist.
Thema's o.a.: moord, sadisme, homofilie en necrofilie. Na het hoorspel The ruffian on the stair 1964 had hij in hetzelfde jaar groot succes met het stuk Entertaining Mr. Sloane (Lief zijn voor Sloane). Hierna volgden nog The loot 1965, The Erpingham camp 1967 en de tv-stukken The good and faithful servant 1967 en Funeral games 1968. Zijn laatste stuk, What the butler saw werd voor het eerst in 1969 opgevoerd. O. werd vermoord door een jaloerse collega en medeminnaar.