(1908-1967) Braziliaans schrijver, was arts in de binnenlanden (sertâo) van Minas Gérais, later in verschillende landen in diplomatieke dienst. Hij schreef één roman, Grande sertao: veredas 1956, en verscheidene verhalen, doorgaans gesitueerd in zijn Braziliaanse werkomgeving.
Deze bezitten veel symboliek: de sertéo staat voor de wereld, waarin de mens het mysterie van het leven tracht te ontraadselen. Opvallend is R.'s taalgebruik: hij vermengt dialectwoorden met woorden uit vreemde talen en neologismen. Verhalenbundels o.a. Sagarana 1946 (gedeelte: Het uur en het ogenblik van Augusto Matraga), Corpo de baile 1956, Primeiras estórias 1962 (De derde oever van de rivier), Tutameia 1967 en Ave palavra 1970.