Lexicon Internationale auteurs

Josien Moerman (1985)

Gepubliceerd op 16-08-2021

Jean anouilh

betekenis & definitie

(geb. 1910) Frans schrijver van toneelwerk, studeerde rechten. In zijn pessimistisch getinte stukken komt een aantal thema's telkens terug; met name situaties waarin de zuivere gevoelswereld van de jeugd ten onder gaat in de corrupte samenleving van de volwassenen, worden vaak geschetst.

Hij heeft zelf zijn werk ingedeeld in 'pièces noires', 'pièces roses', 'pièces grinçantes' en 'pièces brillantes'. Tôt de eerste categorie behoren L'hermine 1931, La sauvage 1932 (Een wilde vogel), Le voyageur sans bagage 1936 (Reiziger zonder bagage) en Antigone 1942 (Antigone). Tôt de tweede Le bal des voleurs 1932 (Het dievenbal) en Le rendez-vous de Sentis 1939. Een 'bitter stuk' is bijv. Ardèle ou la Marguérite 1960 en een 'virtuoos stuk' Ornifle ou Ie courant d'air 1955. Al zijn toneelstukken geven het wanhopige van het menselijke leven weer; de helden gaan doorgaans aan een dubbel noodlot ten onder. Later werk o.a. L'alouette 1953 (De leeuwerik), L'hudubedu 1959 (De verliefde reactionair), Le boulanger, la boulangère et le petit mitron 1968 (De bakker, de bakkersvrouw en het bakkersjong), Le directeur de Fopéra 1972, Chers oiseaux 1976, Vive Henri IV! 1977, La culotte 1978 en La belle vie 1980.

< >