(1866-1946) Engels schrijver, studeerde biologie en was werkzaam in het onderwijs. Zijn werk is in drie categorieën te verdelen.
In de eerste plaats schreef hij zgn. 'scientific romances', op wetenschappelijke basis berustende verhalen, die nu algemeen als vroege SF beschouwd worden. Hiertoe behoren The time machine 1895 (De tijdmachine = Reis naar de toekomst), The invisible man 1897 (De onzichtbare man). The war of the worlds 1898 (De planetenoorlog = Mars valt aan = De strijd der werelden), The first men in the moon 1901 en The war in the air 1908 (De oorlog in de lucht). Daarnaast zijn er romans die op humoristische wijze de Engelse klassenmaatschappij beschrijven en bekritiseren, en dikwijls autobiografische elementen bevatten. Hiertoe behoren Love and Mr. Lewisham 1900 (De liefde en de heer Lewisham), Kipps, the story of a simple soul 1905 (Kipps), Tono-Bungay 1909, The history of Mr. Polly 1910 (De geschiedenis van meneer Polly) en Mr. Britling sees it through 1916 (Mijnheer Britling). Tenslotte zijn er de werken die een maatschappijkritisch karakter hebben en tot non-fiction gerekend worden, zoals Anticipations 1902 (De 20e eeuw en hare waarschijnlijke ontwikkeling), A modern Utopia 1905 (Modern Utopia), Outline of history 1919-'20 (Het gezamenlijk avontuur van mens en wereld) en Mind at the end of its tether 1945, dat een sceptische en gedesillusioneerde ondertoon heeft.
