(geb. 1903) Belgisch (Franstalig) schrijver, maakte gebruik van verschillende synoniemen, w.o. Georges Sim en Christian Brulls.
Hij heeft ruim 500 werken geschreven, waarvan de detectiveromans rond commissaris Maigret wel de bekendste zijn. Enkele titels: Gallet décédé 1931 (M. in Sancerre), La pipe de Maigret 1947 (De pijp van M.), Maigret et la jeune morte 1954 (M. en de blauwe avondjapon), Maigret et Ie clochard 1963 (M. en de clochard) en Maigret et monsieur Charles 1972 (M. en meneer Charles). De verhalen zijn vaak verfilmd. De rest van zijn oeuvre bestaat uit psychologische romans, waarin S. toont geïnteresseerd te zijn in de eenzame, maatschappelijk onaangepaste mens. Hiertoe behoren La maison du canal 1933, Lettre ä mon juge 1947 (Brief aan mijn rechter), Les frères Rico 1952 (De gebroeders Rico), Le train 1961 (De trein), Le chat 1967 (De poes), La disparition d'Odile 1971 (De verdwijning van Odile) en Les innocents 1972 (De schuldelozen), Betty 1975. Autobiografisch zijn Pedigrée 1948 (Pedigree), Lettre ä ma mère 1975 (Brief aan mijn moeder), La destinée 1981 en Mémoires intimes, suivies de livre de Marie-Jo 1981 (Marie-Jo is zijn dochter, die zelfmoord heeft gepleegd). S. woont nu in Zwitserland, na achtereenvolgens in Parijs en de VS gewoond te hebben.
