(1844-1900) Duits filosoof, was hoogleraar klassieke letteren te Basel (1869-78). Hij toonde in Die Geburt der Tragédie aus dem Geiste der Musik 1872, Unzeitgemasse Betrachtungen 1873-76 en Menschliches A/lzumenschliches 1878 (Menselijk al te menselijk) een van de scherpste en begaafdste filosofen van zijn tijd te zijn.
Na zijn breuk met de componist Wagner, die hij eerst zeer bewonderde, volgde een van zijn belangrijkste werken, Also sprach Zarathustra 1883 (Aldus sprak Zarathoestra), waarin hij in literaire vorm zijn leer van de Übermensch als antwoord op de crisis en het algehele culturele verval van zijn tijd naar voren bracht.Zijn notities voor Der Wille zur Macht (De wil tot macht) werden in 1906 onder deze titel uitgegeven door zijn zuster. Het werk bevat scherpe analyses van het ressentiment en de hypocrisie die hij in tijdgenoten meende te ontdekken, alsmede zijn leer van de 'eeuwige wederkeer'. Verder werk o.a. Jenseits von Gut und Böse 1886 (Voorbij goed en kwaad), Zur Genealogie der Moral 1887 (Over de genealogie van de moraal), Der Antichrist 1908 (De antichrist: eerste boek van Der Wille zur Macht) en Ecce Homo 1908 (Ecce Homo; autobiografisch).