(1899-1961) Amerikaans schrijver, was verslaggever (o.m. oorlogscorrespondent tijdens de Spaanse Burgeroorlog en WO II). Hij geldt als de belangrijkste vertegenwoordiger van de 'lost generation', een groep Amerikaanse schrijvers die zich na WO I van hun land vervreemd voelden en hun heil in Europa zochten, met name in Parijs.
H.'s werk wordt gekenmerkt door een grote aandacht voor geweld (ook voor de jacht en stieregevechten) en door het isolement waarin de hoofdpersonen verkeren; iemands leven wordt onthuld door de wijze waarop hij de dood onder ogen ziet. Zijn woordkeus is eenvoudig, evenals de zinsbouw. Hij schreef o.a. de romans The torrents of spring 1926, The sun also rises 1926 (Ook rijst de zon op... = En de zon gaat op), A farewell to arms 1929 (De laatste etappe = Afscheid van de wapenen), dat de romance tussen een Amerikaanse luitenant en een Engelse soldaat aan het Italiaanse front beschrijft, Death in the afternoon 1932, To have and have not 1937 (Paupers en prinsen = Hebben en niet-hebben), For whom the bell tolls 1940 (Voor wien de klok luidt), Across the river and into the trees 1950 (Over de rivier en onder de bomen), The old man and the sea 1952 (De oude man en de zee; bekroonde novelle); en de verhalenbundels in our time 1925 (In onze tijd). Men without women 1927 (Mannen zonder vrouwen) en Winner take nothing 1933 (Wie wint krijgt niets). Postuum verschenen A moveable feast 1964 (Amerikaan in Parijs), over zijn Parijse tijd, By-line 1967 (Kantlijn; journalistieke artikelen) en Islands in the stream 1970 (Eilanden in de golfstroom). Hij kreeg in 1954 de Nobelprijs. Veel van zijn werk is verfilmd.
