(eig. Evan Hunter, geb. 1926) Amerikaans schrijver, was leraar aan een technische school.
Zijn ervaringen daar verwerkte hij in de in 1955 verfilmde roman The blackboard jungle 1954 (De tuchtelozen; geschreven onder eigen naam). Zijn eerste boek over het 87e politiebureau op Manhattan was Cop hater 1956 (De hater), het werd het begin van een zeer succesvolle, realistische serie politieromans over de rechercheurs van een bureau in een buurt vol kleurlingen. Steve Carelia, Cotton Hawes, Meyer Meyer en Bert Kling behoren tot de vaste bezetting. De serie omvat meer dan 30 romans, o.m. Lady killer 1958 (Dame staat schaak). Killer's wedge 1959 (De dood op schoot), The heckler 1960 (De paniekzaaier), Ten plus one 1963 (Tien plus één), Ax 1964 (De bijl erin), Doll! 1965 (De pop), Fuzz 1968 (De aanslagen), Jigsaw 1970 (De legpuzzel), Bread 1974, Blood relatives 1975 (Bloedverwantschap), Long time no see 1977, Calypso 1979 (Calypso), Ghosts 1980 (Spoken), Heat 1981 (Hittegolf), /ce 1983 (IJs), en Jack and the beanstalk 1984. Onder eigen naam is M. goed gecomponeerde psychologische romans blijven schrijven, zoals Mothers and daughters 1961 (Moeders en dochters), A horse's head 1967 (Een paardehoofd), Nobody knew where they were 1971 (Het gerucht van dynamiet). Streets of gold 1974, Walk proud 1979 (De straatvechters). Love, Dad 1981, Far from the sea 1983 en Lizzie 1984. Voorts: filmscenario's en tv-spelen.
