(geb. 1919) Engels schrijfster, werd geboren in Perzië, groeide op in Rhodesië. Belangrijke thema's in haar werk zijn generatieconflicten, politieke belangstelling en de positie van de (ouder wordende) vrouw in een mannenmaatschappij.
Het onderscheidt zich door grondig uitgewerkte documentatie en psychologie. Romans o.a. The grass is singing 1950 (Het zingende gras); de romancyclus Children of violence, bestaande uit Martha Quest 1952 (Martha Quest), A proper marriage 1954 (Een goed huwelijk), A ripp/e from the storm 1958 (Een echo van de storm) en Landlocked 1965 (Gestrand), The Golden notebook 1962 (Het gouden boek), The four-gated city 1969 (De stad met vier poorten), en The summer bef ore the dark 1973 (De zomer voor het donker). De laatste jaren wijdt L. zich aan 'space fiction', verhalen die spelen in buitenaardse gebieden. Van deze Canopus in Argos; archives-serie, begonnen in 1979, verscheen in 1983 het vijfde deel. Ertoe behoren o.m. Shikasta (Shikasta) en The Sirian experiments 1981 (De Siriaanse experimenten). Enkele verhalenbundels van haar zijn: The habit of loving 1957 (Liefhebben uit gewoonte), African stories 1964, A man and two women 1965 (Pas op jezelf, lieveling = Een man en twee vrouwen), The story of a non-marrying man 1972, To room 19 1978 (coll. stories I), The temptation of Jack Orkney 1978 (coll. stories II). Een hernieuwde kennismaking met Rhodesië resulteerde in het verontwaardigde verslag Going home 1957. In 1983 publiceerde L. onder het pseud. Jane Somers The diary of a good neighbour en in 1984 !f the old could... Dit deed zij om aan te tonen dat debutanten het moeilijk hebben en om de critici een hak te zetten, hetgeen voor enige opschudding zorgde. Zij schreef verder toneelwerk.