(geb. 1913) Frans schrijver, een der belangrijkste vertegenwoordigers van de nouveau roman. Volgens hem is het leven van de mens onderworpen aan de geschiedenis en is deze daarom een speelbal van het lot.
De tijd speelt in zijn werken een grote rol: heden en verleden vloeien als het ware samen in de verbeelding der hoofdpersonen. Daarnaast is de herhaling van belang; het waarnemen op verschillende tijdstippen van dezelfde situatie leidt tot vrijwel identieke beschrijvingen, slechts beïnvloed door de stemming van de waarnemer. Zijn romans worden gekenmerkt door het voorkomen van lange monologen zonder interpunctie. Enkele ervan zijn La corde raide 1947, Le sacre du printemps 1954, Le vent 1957, L'herbe 1958, La route des Flandres 1960, Le palace 1962 (Palace), La bataille de Pharsale 1969, Orion aveugle 1970, Tryptique 1973, Lef on de choses 1975, Les Géorgiques 1981 en La chevelure de Bérénice 1984.