(hydrocele): ophoping van weefselwater in de vliezen die de teelbal omgeven. Meestal het gevolg van ontstekingen van bal en bijbal.
De balzak wordt, meestal slechts aan één kant, veel groter. Het gezwel is stevig maar veerkrachtig. Verdwijnt bij kleine kinderen dikwijls zonder behandeling. Omslagen met arnicatinctuur maken dikwijls dat het vocht beter geabsorbeerd wordt. Afvoeren van het vocht d.m.v. punctie wordt meestal na enige tijd gevolgd door terugkeer van het gezwel.