(zwakte van de blaas): onwillekeurig wegvloeien van urine vindt plaats na verwonding aan de sluitspier van de urineblaas (bevalling) en bij verlamming van de blaas. Aandoeningen van het ruggemerg, maar ook blaascatarre kunnen de werking van de blaasspier doen ophouden. Behandeling: dampbehandeling van het onderlichaam met heermoes, dampkompressen, wisselzitbad, wissel voetbad.
Direct uit bed wassing van gehele lichaam. Later overgaan op koude behandelingen: klein zitbad, zitbad, korte wikkel, begieting vanaf de dij. Op blote voeten lopen, watertreden. Beweging in de openlucht. Inwendig: St. Janskruid, duizendblad, beredruifblad.
Homeopathie: Acidum phosphoricum D2, Aloë D4-6, Atropinum sulforicum D4. Biochemie: Natrium sulforicum D6, Natrium phosphoricum D6, Kalium phosphoricum D6, Calcium fluoricum Dl2.