symptomen: verzakken van baarmoeder en schede, chronische ontsteking, vergroeiing, uitzweten in de omgeving van de vrouwelijke organen, stilstand van het bloed, menstruatiestoornissen, zwakte van de bekkenspieren, enz. De behandeling bestaat allereerst uit gymnastische oefeningen: bij zwakke, pijnlijke menstruatie of bij uitblijven daarvan oefeningen die het bloed naar het bekken toebrengen.
Deze bestaan uit het activeren van de buikwand en van de sluitspieren van de dijbenen. Afleidende oefeningen (die het bloed van het bekken wegvoeren) worden gedaan bij alle andere stoornissen. Deze oefeningen omvatten bewegingen van de bovenste ledematen, rugspieren en de spreidspieren van de dijbenen. Daarop volgt de inwendige behandeling, de eigenlijke Th.-B.-m. De patiënte ligt op een onderzoekstoel. De vinger van de ene hand wordt in schede of endeldarm gestoken en duwt (terwijl de patiënte zich volkomen ontspannen houdt) het te behandelen orgaan tegen de uitwendig masserende hand.
Eerst wordt de omgeving van de haard van de ziekte en dan geleidelijk aan de haard zelf gemasseerd. De darm moet voor de behandeling geleegd zijn. De behandeling wordt ook tijdens de menstruatie voortgezet, omdat in deze periode de organen wat losser worden, hetgeen een gunstige werking heeft. Bij verzakkingen worden speciaal de bekkenbodemspieren gemasseerd. Periodiek de aars samentrekken is een gymnastische oefening die bij dit deel van de behandeling hoort. Bij de inwendige massage hoort het bekloppen van het heiligbeen.
De massage bestaat uit draaiende, drukkende, aanspannende, opheffende bewegingen; verkorte weefseldelen worden opgerekt. Daarna rust, dan bekloppen van het heiligbeen. Tot slot weer gymnastiek. Behandeling wordt dagelijks uitgevoerd. Na 8 dagen kan men beoordelen of voortzetten van de behandeling met succes bekroond zal worden.
