op de huid veroorzaken röntgenstralen eerst rode verkleuring, blaasjes en dan afsterven van de cellen; tenslotte ontstaan slecht helende zweren, die dan overgaan in kanker (röntgenkanker). Bovendien ontstaan beschadigingen aan de kiem en zijn er algemene invloeden in het bijzonder afbraak van het bloed en t'ónigenkater.
Ook diagnostische onderzoekingen met röntgenstralen moeten niet te omvangrijk en met te korte tussenpozen worden uitgevoerd om r. te vermijden.