van de lichaamskrachten door bedrust en ligkuren, van maag en darm door lichte kost en ontlasting van de spijsvertering door bijv. vasten, sapenfruitkuren, van de regulerende mechanismen van het lichaam door een mild klimaat is in geval van zware ziekte tijdelijk noodzakelijk om de krachten, die de ziekten moeten overwinnen, vrij spel te geven. Deze toestand mag echter niet te lang gehandhaafd worden, omdat de mens er zwakker door wordt en de weefsels en functies erdoor achteruit gaan.
Zelfs bij hartzwakte is de grootste verantwoordelijkheid van de arts zo snel mogelijk over te gaan tot oefeningen, opdat de patiënt niet nog zwakker wordt. Ontzien mag alleen een overgang zijn naar de behandeling door middel van oefening, wil er sprake zijn van een werkelijk genezingsproces.