de mens is warmbloedig en door omzetting van energie en warmteregulatie houdt hij een l. van hoogstens 37° en minstens 36° in stand. De l. is min of meer onafhankelijk van de temperatuur van de omgeving.
Stoornissen in de warmteregulatie, bijv. kouvatten, doen afbreuk aan het afweervermogen van het lichaam en bevorderen het ontwikkelen van infecties. Verhoging van de l. wordt koorts genoemd. Deze dient tot afweer van infecties of is het gevolg van warmtestuwing.