(hepatitis): meestal door een virus overgebrachte besmettelijke ziekte. L.virus A wordt overgebracht via het maagdarmkanaal, virus B voornamelijk door bloedserum van door de ziekte aangetaste personen via onvoldoende gesterilliseerde instrumenten en injectiespuiten.
Ook door geslachtsverkeer is overbrenging mogelijk (serumhepatitis). Daarnaast bestaat nog een niet-specifieke 1. door opstijgende maag-, darm- en galwegenontsteking. Bij chronische gewrichtsreumatiek als een vorm van ingewandsreuma. Bij endocarditis, bloedvergiftiging, voedingsmiddelenvergiftiging (salmonellose) en tuberculose. Door vergiften als alcohol, drugs, chemische geneesmiddelen enz. Gaat al of niet gepaard met geelzucht.
Overgang tot een chronisch verloop mogelijk. Levercirrhose kan het gevolg zijn in ongeveer 33% der gevallen. Behandeling: karig maar eiwitrijk dieet, 80-100 g eiwit in de vorm van melkeiwit. Aanvankelijk de dagelijkse hoeveelheid vet sterk reduceren tot 20-40 g, later tot 60 g verhogen. Alleen hoogwaardige plantaardige oliesoorten. Geen verhitte vetten. Het gebruik van witte suiker vermijden en door honing, gedroogde vruchten en zoet fruit vervangen.
Rauwkost in de vorm van sappen, zacht fruit en malse bladsla. Streng zoutarm. Herstellen van het tekort aan ferment. Stoffen die de lever beschermen toevoeren, wisselzitbaden, warme begietingen van de rug met krachtige straal, hooibloemenzak op de lever ter bevordering van de leverwerking, zie verder Geelzucht.