moet zo mogelijk in de buitenlucht, laat in de morgen genomen worden. Graaf een kuil, 1.20 m lang, 65 cm breed en 60 cm diep en vul deze tot ongeveer 40 cm hoogte met leem, dat met koud water tot een modderachtige brei geroerd is.
De patiënt gaat er zodanig in zitten, dat de brei ongeveer tot boven de navel reikt. Het hoofd wordt met een zonnehoed met brede rand of door gezicht en nek met leem te bestrijken tegen de zon beschermd. Bij warm weer duurt het 1½ uur; bij koel weer een kwartier. Bij zonnig weer kan men na afloop van het bad het leem aan het lichaam laten drogen. Daarna met behulp van de valdouche het leem met door de zon verwarmd water afspoelen. Voor behandeling van stofwisselingsstoornissen, ziekten van de onderbuik, huidklachten, verstopping, zenuwzwakte. De leemkuil kan de volgende dag weer gebruikt worden, wanneer men er weer water bij doet en het leem weer tot brei roert.
