tijdsverloop tussen de besmetting en het uitbreken van een ziekte. Is voor de verschillende infectieziekten van verschillende duur; de i. is voor iedere ziekte kenmerkend.
Melaatsheid meerdere jaren; cholera 1 dag; difterie 2-5 dagen; epidemische nekkramp 1-4 dagen; vlektyfus 9-14 dagen; gele koorts 4-6 dagen; griep 1-3 dagen; kinkhoest 7-14 dagen; kinderverlamming 2-10 dagen; malaria 10-20 dagen; mazelen 9-14 dagen; miltvuur 1-3 dagen; papegaaienziekte 8-14 dagen; paratyfus 914 dagen; snotziekte 3-8 dagen; dysenterie 2-7 dagen; roodvonk 4-7 dagen; syfilis 14-21 dagen; hondsdolheid 14 maanden; druiper 3-4 dagen; tyfus 8-21 dagen; waterpokken 14-21 dagen; wondroos 1-3 dagen; tetanus 6-14 dagen; bof 18-20 dagen; vlees- en visvergiftiging 8-48 uur.