(luxatio coxae): is een aangeboren kwaal; meestal erfelijk bepaalde ontwikkelingsstoornissen doen een verkeerde verhouding ontstaan tussen de holte en de kop van het gewricht of ze maken dat de gewrichtskop niet in de holte past. Men herkent deze afwijkingen aan stoornissen in de loop, die een karakteristieke waggelende manier van lopen veroorzaken bij kinderen.
Hoe vroeger de stoornis onderkend wordt, hoe meer kans er is op verbetering. Het been wordt in de gewrichtskom gezet en enige tijd kunstmatig op zijn plaats gehouden d.m.v. een gipsverband; wanneer deze positie bestendigd is, wordt de heup d.m.v. bewegingsoefeningen beweeglijk gemaakt. Veranderingen in het heupgewricht komen ook voor bij stoornissen van de stofwisseling en van de interne secretie. Behandeling als bij ziekten van de gewrichten. Plaatselijk: korte wikkels en lendenwikkels om de doorbloeding te ondersteunen.
