1856-1926, was evangelisch theoloog en had ook enige semesters medicijnen en natuurwetenschappen gestudeerd in Berlijn. Hij legde een buitengewone, natuurlijke begaafdheid in het behandelen van zieken aan de dag, waardoor hij zich gedwongen voelde zijn priesterambt neer te leggen en zich geheel te wijden aan de ziekenzorg.
Hij werkte van 1915 tot aan zijn dood in Sobernheim an der Nahe. Onder invloed van Kneipp, Lahmann, Kuhne en Just ontwikkelde hij een veelomvattende natuurgeneesmethode, waarbij hij in het bijzonder de nadruk legde op de leembebandeling met omslagen en baden (Lehmpastor). Het leemzitbad werd naar hem genoemd: Felkebad. Felke was ook een beroemd oogdiagnosticist.