1. vrouwelijke kiemcel, waarin de voorwaarden aanwezig zijn voor het vormen van een nieuw individu, die zich na bevruchting door de mannelijke zaadcel ontwikkelt tot een nieuw wezen van dezelfde soort.
2. Vogelei, zoals het kippe-ei (minder vaak eende-, ganze-, meeuwe-ei), dat tot de levensmiddelen gerekend wordt. Bestaat uit een gele dooier, die behalve eiwit nog hoogwaardige vetten en vetachtige delen (lipoïden), zoals cholesterol, lecithine en cefaline bevat, evenals andere voedingsstoffen en werkzame stoffen. Het eiwit bevat vrijwel geen vitaminen en bestaat uit eiwitbestanddelen en mineralen; bevat slechts geringe hoeveelheden vetten en koolhydraten. Overmatig gebruik van eieren bevordert het inbouwen en opslaan van cholesterol in het lichaam; zie aderverkalking. Tegen matig gebruik van eieren bestaan geen bedenkingen; past in het vegetarisch dieet. Het ei is weliswaar van een dier afkomstig, maar daar het een voedingsvloeistof bevat, die door het lichaam speciaal voor een toekomstige planteneter gevormd is, is het daardoor een door de natuur gegeven voedingsmiddel.
Waerland wijst het eten van eieren geheel af en schrijft er kankerverwekkende eigenschappen aan toe. Wetenschappelijk bewijs voor deze bewering ontbreekt. Andere richtingen zeggen dat het bebroede ei (negende dags-ei) levensbevorderende en ziektegenezende eigenschappen heeft en schrijven gedurende korte tijd (30 dagen) het dagelijks gebruik van een negende dags-ei voor. Zie Threphone.