zijn de normale bewoners van de dikke-darmflora. Ze kunnen bij een gebrek aan vitamine foliumzuur, vitamine BI en een deel van het vitamine B-complex maken.
Wanneer ze beschadigd zijn, maken ze niet alleen abnormale stofwisselingsprodukten, maar ze vernietigen ook vitaminen. Ze helpen mee bij het afbreken en verteren van het voedsel in de dikke darm. Bij ondoelmatige leefwijze, stuwingen in de darm, veranderen de c. hun eigenschappen en bevorderen zij ziekelijke ontwikkelingen (dysbacterie). Wanneer ze uit de dikke darm in hoger gelegen darmgedeelten, of in de urinewegen terecht komen, dan veroorzaken ze ontstekingen en worden ze ziekteverwekkers.