bestaat uit cellichaam, celwand en celkern en is de kleinste bouweenheid, die op zelfstandige wijze levensvatbaar is. De cellen zijn onderling verschillend wat betreft vorm en opbouw en deze zijn afhankelijk van de taak die ze te vervullen hebben.
Kliercellen, dekcellen (epitheel), bindweefselcellen, kraakbeencellen, zenuwcellen, enz.