(thromboflebitis): komt voornamelijk voor aan beschadigde aderen, het veelvuldigst aan verwijdingen van aderen, de zgn. spataderen. Van etterhaarden uit de omgeving komen via de bloedbaan de verwekkers in de binnenwand van de ader, die daardoor beschadigd wordt.
Op deze plek blijven dan stollingsplaatjes kleven, die een vezelstofnet maken. Daar blijven bloedlichaampjes in vastzitten en zo wordt een stolsel gevormd. Rode verkleuring, strengvormige verdikking, stekende pijn in het gebied van de ontstoken ader, dat soms warm aanvoelt.Behandeling: rust, aangetaste lichaamsdeel hoog leggen. Koude kompressen en wikkels, vaak verwisselen en ver over de zieke plek laten uitsteken; telkens wanneer ze opdrogen vernieuwen. Koude leem- en kwarkwikkels of hete fenegriekkompressen. Meerdere malen daags wassing van gehele lichaam. Vasten in het begin en dan overgaan op fruitdagen. Stoelgang regelen. Zie: Trombose.
Homeopathie: Apis D3, Arnica D3, Hamamelis D2, Lachesis D10. Biochemie: Ferrum phosphoricum D6, Kalium phosphoricum D6.