luchtwegen: deze beginnen bij de neusingang, lopen door de neusholte, keel, strottenhoofd, luchtpijp, bronchiën naar de longen. In de keel kruisen a. en spijsverteringskanaal elkaar.
De a. dienen voor de toevoer van de ademhalingslucht en de afvoer van de verbruikte uitademingslucht.