de voornaamste steun, de ziel van een vereeniging, van een staat of maatschappij. Letterlijk: de grondsteen op den hoek van een gebouw, die dus den voornaamsten steun geeft.
De fig. beteekenis is van Bijbelschen oorspr.: Ef. 2: 19, 20, waarin Paulus tot de bekeerde Christenen zegt: „Zoo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen en huisgenooten Gods, gebouwd op het fundament der Apostelen en Profeten, waarvan (nl. van ’t fundament) Jezus Christus is de uiterste hoeksteen.”